Waarom dit jaar geen Kadernota

De Coronacrisis heeft een enorme impact op de samenleving en geeft grote financiële onzekerheden bij de uitgaven en inkomsten voor de gemeente. In voorgaande jaren hadden we wat meer vaste grond onder de voeten en konden in een kadernota inkomsten en uitgaven beter worden geschat. Vaste grond is nu drijfzand. De financiële impact van de Coronacrisis is fors en de hoogte van de schade is nog onbekend. Er zijn nog onderhandelingen gaande tussen Den Haag en de gemeenten over een compensatie van de gedane extra uitgaven en inkomstendervingen van gemeenten als gevolg van de Coronacrisis. Meer feitelijke informatie krijgen we pas na de zomer, zo niet later. En de ervaring leert dat Den Haag niet scheutig is.

Zou je nu een uitgebreide Kadernota (dat is een voorlopige begroting met een toelichting en beleidsvoornemens) maken, dan loop je naar onze mening de kans dat al deze voornemens bij de begroting in november dit jaar fors moeten worden aangepast; zowel qua beleid, als qua cijfers. Dubbel werk dus voor de ambtenaren in het gemeentehuis. Maar erger; meer onduidelijkheden als gevolg van vals gewekte verwachtingen voor de inwoners.

Pragmatische insteek

De VVD kiest vooralsnog voor een pragmatische benadering. Vanuit bestuurlijk oogpunt begrijpen wij dan ook het voorstel van het college om dit jaar slechts een Kaderbrief (dat is een beleidsarm overzicht van inkomsten en uitgaven) uit te brengen. Vanuit een politiek oogpunt kun je daar natuurlijk anders over denken. Immers als partij wil je jaarlijks je politieke stempel geven door nieuw beleid of nieuwe richtingen voor de toekomst uit te zetten. Dat is voor de VVD Veenendaal nu niet de juiste insteek. Wij betrachten wat meer geduld. Op dit drijfzand kunnen we onze keuzes niet funderen. Zoals aangegeven, pas later in het jaar hebben we meer inzicht in de gevolgen van de Coronacrisis op onze samenleving, de gemeente en haar financiën. Dat inzicht zal dan ons vertrekpunt zijn voor onze politieke ambities voor de komende jaren in Veenendaal. Hiermee hopen we bij de behandeling van de Programmabegroting weer voldoende vaste grond onder de voeten te hebben om bij de algemene beschouwingen besluiten te nemen over de toekomst van onze gemeente.

Ronald Veen
Raadslid