Bijdrage Kaderbrief Raadsvergadering 6 juli 2020

Bijzondere tijden hebben bijzondere gevolgen. Zo staan we nu in de periode van een nieuwe start na een periode van 3 maanden semi-lockdown. En we weten niet eens of dit echt een nieuwe start zal zijn of slechts een tussenfase. Het Coronavirus heeft een enorme impact, zowel financieel, economisch als maatschappelijk. We behandelen vandaag vooral de financiële gevolgen zoals deze zijn geschetst in de Kaderbrief. Geen Kadernota, nee, want er zijn teveel onduidelijkheden en er is geen ruimte voor de diverse partijen om nieuw beleid neer te zetten. Ik sta hier nu voor het derde jaar op een rij te verkondigen dat het ‘krap-an’ is met de gemeentelijke financiën. In het verleden was er toch altijd wel zo’n 3 miljoen aan vrije ruimte in te vullen; dan heb je wat te doen als politiek. Die tijden zijn voorbij. En de Coronacrisis doet daar nog een schepje bovenop.

Maar er is een diepere oorzaak. De taken die door het Rijk de afgelopen jaren bij de gemeenten hebben neergelegd, leggen een groot beslag op onze begroting, zonder dat daar aanvullende budgetten voor zijn gegeven. Eigenlijk zouden we geen nieuwe taken meer vanuit het Rijk moeten aannemen zonder een daarvoor toereikend budget. Wat de VVD betreft zou er nu al door het college in samenwerking van andere gemeenten en de VNG ingezet moet worden op een substantiële financiële compensatie van de extra kosten door het Rijk, en dan niet incidenteel maar voor sommige kosten zelfs op structurele basis. We adviseren om hiermee niet te wachten tot het opschalen in fase 2. Kan het college hierop reageren?

We zijn blij dat deze kaderbrief wordt gepresenteerd zonder lastenverzwaring, dat er ruimte is gevonden voor extra handhaving op die gebieden waar de overlast is toegenomen de afgelopen jaren, dat de Energietransitie en warmtetransitie in een meer realistisch tijdvak is gezet, dat de gemeente gaat investeren in een moderne brandweerkazerne, dat de digitale participatietool in de kaderbrief is opgenomen en dat de beslisboom zoals deze in ons raadsprogramma is opgenomen blijvend wordt toegepast. 

Daarnaast willen we een aantal denkrichtingen aan het college meegeven voor het verdere proces tot de Programmabegroting, conform de eerste consultatievraag.

Allereerst op het gebied van de Jeugdhulp, want daar liggen de grootste zorgen. Toen we in 2015 de taken van de Provincie op Jeugdhulp overnamen, bedroegen de kosten 13,8 miljoen per jaar. Nu, in 2020, praten we over € 17,5 miljoen en heeft de gemeente over de afgelopen 5 jaar € 9,2 miljoen boven begroting uitgegeven aan Jeugdhulp. Wat hadden we daarmee allemaal wel niet doen de afgelopen jaren; allereerst hadden we de forse OZB-verhoging kunnen voorkomen, hadden we dan misschien wel een nieuw theater kunnen bouwen of de upgrade van de Duivenweide en/of de surfvijver kunnen realiseren. En dan nog hadden we een forsere spaarpot overgehouden dan nu, hard nodig om onze samenleving en bedrijfsleven door een crisis als deze te kunnen loodsen. Stel je nu eens voor dat deze groei zich zo blijft ontwikkelen, dan praten we in 2024 over zo’n € 25 miljoen aan overschrijdingen van het budget wat we van het Rijk ontvangen. Wat kunnen we dan straks nog meer niet betalen? Moeten we dan het zwembad sluiten en/of de bibliotheek? Dan zouden de keuzes die dan moeten maken, gevolgen hebben voor ALLE jeugd in Veenendaal. Is dat wat we eerlijk en sociaal vinden? 

College, wordt het nu niet eens tijd om echte keuzes te maken in de Jeugdhulp en het lek te dichten? Zo asociaal waren de voorzieningen in de Jeugdhulp in 2015 toch echt niet! Het aantal jongeren is in die afgelopen jaren niet explosief gestegen, de hulpvraag echter wel, zowel in aantallen als in behandelduur. Zijn we niet gewoon doorgeslagen in goede bedoelingen? Hebben we teveel ingezet op laagdrempeligheid en promotie van het CJG, waardoor de gemeente nu ten onder dreigt te gaan aan eigen succes? De VVD vindt dat er best wel meer gevraagd mag worden van de ouders, daar waar het mogelijk is. Ik wil hierbij een voorbeeld uit mijn eigen ervaring met jullie delen: zoals jullie weten ben ik ook moeder. Mijn kinderen zijn uniek maar zeker niet perfect en hebben met diverse diagnoses te maken gehad.  Eén voorbeeld: mijn jongste zoon heeft dyslexie met als gevolg een grote taal- en leesachterstand. Als moeder ben ik daar zelf mee aan de slag gegaan en heb ik op eigen kosten hulp en ondersteuningsmiddelen gezocht. Geen haar aan mijn hoofd die er ooit aan dacht om deze rekening bij de overheid neer te leggen. Nu weet ik best, dat niet iedere ouder dit kan betalen en/of deze ondersteuning kan bieden, echter er zijn wel degelijk meer ouders zoals ik, die het wel kunnen. Zodra we dat gaan vragen aan ouders, kunnen we de instroom naar jeugdhulp beperken.  Overigens wil ik nog wel benadrukken dat beide mijn kinderen zijn opgegroeid tot hele mooie zelfstandige volwassen mannen.  ... Anders krijg ik straks thuis wat te horen….

Graag wil de VVD voor de verdiepingsfase naar de Programmabegroting dan ook een lijst met een aantal geanonimiseerde cases in de Jeugdhulp, aan de hand waarvan de raad gerichte en scherpe keuzes kan maken, wat we wel en wat we niet meer gaan doen. Als gemeente bepalen we zelf tenslotte wat passende jeugdhulp is en wat niet. 

Wat betreft de gewenste Fte’s uitbreiding van onze gemeentelijke organisatie die voortkomen uit de door het Rijk of de EU opgelegde taken zonder bijbehorende financiën, dit ligt ons zwaar op de maag. Natuurlijk moeten we ze uitvoeren, daar staan we als overheid voor. Maar hoe wijs is het om nu al aan te geven dat je 7Fte’s nodig zal hebben voor de energietransitie, terwijl pas eind 2020 duidelijk wordt wat de bijdrage vanuit het Rijk zal zijn? Spelen we dan poker met een open hand? Ook worden we niet bepaald blij met het verloop van de invoering van de omgevingswet. Uitstel naar uitstel, leidt dit tot afstel? Wat heeft het tot nu toe allemaal wel niet gekost aan ambtenarenuren? De omgevingswet moet meer ruimte aan de burger bieden, maar de neiging in Veenendaal is vooral  dicht-reguleren. Waarmee zadelen we onze gemeente, inwoners en ondernemers op? Liever investeert de VVD in een groene leefomgeving, meer bomen en een goedkopere (bloemrijker) invulling van perken. Dit is beter voor onze leefomgeving, levert een positieve bijdrage tegen de opwarming van stedelijk gebied en voor de opvang van regenwater.  

Als laatste wil ik nog een woord weiden aan bepaalde beslissingen die de raad in het verleden in meerderheid hebben genomen; in VVD-ogen te lichtzinnige beslissingen met dure prijskaartjes, Zoals de quasi-inbesteding van Welzijn en het VENG gebouw CLV, respectievelijk extra prijskaartjes van 8 ton en 7 ton. De VVD betreurt deze beslissingen; wij denken liever vooraf goed na, dan krokodillentranen huilen achteraf.  De VVD blijft, ook in deze Coronatijd liever investeren in onze economie. Wij kiezen voor het behoud van banen, het bouwen van woningen, de veiligheid in onze gemeente en een gezonde schone leefomgeving.

Yvonne Bottema
Fractievoorzitter