Interpellatiedebat over de misgelopen precariogelden

Tijdens de laatste raadsvergadering is er op verzoek van de voltallige oppositie een interpellatiedebat geweest over de misgelopen precariogelden. Het doel van het debat was volgens de oppositie om ‘de onderste steen boven te krijgen’, maar liep uit op een motie van wantrouwen tegen de wethouder Financiën.

Begin 2015 is de gemeente Veenendaal begonnen met het innen van zogenaamde precariobelasting op leidingen onder en boven Veenendaals grondgebied bij nutsbedrijven. De raad heeft in maart 2015 in meerderheid voor dit raadsbesluit gestemd. Het doel van deze precariogelden was om het ondergronds brengen van de hoogspanningskabels te financieren en het restant te gebruiken voor de diverse uitgaven in het sociaal domein. 

Wat is er precies aan de hand?
Een van de nutsbedrijven, te weten Stedin heeft bezwaar tegen deze precariobelasting aangetekend en er volgde een juridische strijd. In eerste instantie (april 2019) heeft de Rechtbank het verzoek van Stedin ongegrond verklaard, waartegen Stedin in hoger beroep is gegaan. Het Gerechtshof (juni 2020) deed echter een geheel andere uitspraak in het hoger beroep. Met twee tegenovergestelde uitspraken in het achterhoofd heeft de gemeente vervolgens besloten om bij de Hoge Raad in cassatie te gaan. Helaas volgde de Hoge Raad het Gerechtshof. Het Hof had aangegeven dat de publicatie van de precariobelasting niet op de juridisch juiste wijze was gedaan. Met de uitspraak van de Hoge Raad is het recht tot het innen van deze gelden vervallen. De gemeente is nu verplicht de reeds geïnde gelden over de jaren 2016, 2017 en 2018, in totaal zo’n € 5,6 miljoen aan Stedin terug te betalen. Ook kunnen we niet meer innen over de jaren 2020 en 2021. Een gedeelte van de ontvangen precario, ter grootte van € 3,2 miljoen, mag de gemeente met hoge waarschijnlijkheid wel houden. Sowieso is de mogelijkheid om deze belasting van dit soort netbeheerders te heffen, na een overgangsperiode, per eind 2021 afgeschaft. 

Opvatting VVD
De VVD is teleurgesteld over de uitspraak in cassatie. Dat een vormfout leidt tot de onmogelijkheid om deze precariobelasting te innen is natuurlijk bijzonder zuur. Wij zijn van mening dat het college juist heeft gehandeld door in cassatie te gaan. De uitspraken van lagere rechters waren tegengesteld en in dit geval is terecht ervoor gekozen de juridische procedures tot aan de laatste mogelijkheid,  cassatie bij de Hoge Raad, voort te zetten. Gelukkig heeft het college het geld van Stedin niet gebruikt. Het is geboekt op  de begrotingspost dubieuze debiteuren precariorechten. Dat er nu gelden moeten worden terugbetaald, heeft daardoor geen gevolgen voor onze bestedingen. Voor nu is het voor de VVD van belang, dat het college de processen die binnen onze organisatie al zijn ontwikkeld om te voorkomen dat een dergelijke fout kon gebeuren, blijvend volgt. Het stimuleren van een cultuur waarin van fouten kan en mag worden geleerd, is belangrijk.  

Het interpellatiedebat
Afgelopen donderdag is er urenlang gedebatteerd over het hoe en waarom. De wethouder Financiën heeft meerdere malen zijn excuses aan de raad aangeboden. Tevens heeft hij uitleg gegeven over welke processen er zijn aangescherpt in de organisatie om dergelijke fouten te voorkomen. Voor de oppositie was dit allemaal niet genoeg en er volgde laat op de avond een motie van wantrouwen tegen wethouder Verloop. Voor de VVD was voor deze motie onvoldoende grond. Politieke verantwoordelijkheid nemen is niet per se hetzelfde als aftreden. Wethouder Verloop heeft naar onze mening in voldoende mate laten zien deze vormfout serieus te nemen. Tevens heeft hij acties ondernomen om de schade zoveel mogelijk te beperken. De motie van wantrouwen is door de raad verworpen.

Hoe nu verder?
Het ondergronds brengen van de hoogspanningslijnen kan volgens planning doorgaan, doordat de provincie meefinanciert en hedendaagse technieken onderkabeling een stuk goedkoper maken dan voorheen werd gedacht. De terugbetaling van de gelden aan Stedin brengt de financiële positie van de gemeente niet in gevaar. Het is goed dat het voltallige college in deze zware Coronatijden zijn werk kan blijven doen. Dat is in het belang van Veenendaal!

Yvonne Bottema
Fractievoorzitter