Heeft de jeugd in Veenendaal de toekomst?

Afgelopen woensdag 2 december was er een eerste evaluatie over het eerste halfjaar 2015 Jeugdwet in de gemeente Veenendaal. In een interactieve bijeenkomst, in het bijzijn van wethouder Kundic en vele betrokkenen is er in een open sfeer geëvalueerd over wat er nu al wel goed gaat en waar nog lessen uit te leren zijn. Met name de centrale rol van het CJG, de cultuuromslag in het denken bij zorgaanbieders en de afstemming met het ambtelijke apparaat werden onder de loep genomen. Daarbij gaf de inbreng van de aanwezige ouders met hun casus een meer dan onthullend kijkje in het functioneren van de verschillende partijen rondom de aangeboden zorg. De hoge instroom bij de JeugdGGZ (ook landelijk) was een nadrukkelijk punt van aandacht.

De VVD heeft aan deze avond een goed gevoel overgehouden. Alle partijen gaan in 2016 verder aan de slag om de transformatie, in het belang van optimale zorg aan jeugdigen met een zorgvraag, tot een succes te maken. In dit verband moeten we ons wel realiseren dat de gemeenten verplicht zijn tot het verlenen van Jeugdhulp, maar daarvoor van de Rijksoverheid minder krijgen. Over 2015 is er  een tekort van €340.000,- , wat wellicht nog verder zal oplopen. Dat baart ons als VVD zorgen. Een grote uitdaging om de juiste keuzes te maken tussen een kostenreductie door efficiency en goede afstemming van de decentralisaties enerzijds en de juiste optimale zorg anderzijds. Door vermindering van regels en bureaucratie wordt integrale zorg bij meervoudige problematiek beter mogelijk. Dat is wat de VVD Veenendaal graag ziet gebeuren.

Tenslotte: als alle hiervoor genoemde inspanningen mogen leiden tot een optimaal zorgklimaat in Veenendaal kunnen we de titel van dit stukje veranderen in: 'Wie de Jeugd heeft, heeft de toekomst, ook in Veenendaal!!'

Siem Gerritsen, raadslid VVD


Achtergrondinformatie:

Sinds 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de Jeugdzorg. Dat gaat dan over de jeugdbescherming, de jeugdreclassering, de jeugdzorgPlus (gesloten jeugdzorg), de geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen (jeugd-GGz)  en de zorg voor jeugd met een licht verstandelijke beperking (jeugd- LVB). Met name het overhevelen van de verantwoordelijkheid  voor de jeugd-GGz is een behoorlijk discussiepunt geweest in het wetstraject. Al deze verantwoordelijkheden komen bovenop de taken die gemeenten al hadden in het preventief lokaal jeugdbeleid, de jeugdgezondheidszorg en ondersteuning bij (lichte) op voedingsvragen. Voorwaar een pittige taak voor de gemeente Veenendaal.

De nieuwe Jeugdwet kent 5 uitgangspunten:

1. Preventie en uitgaan van eigen verantwoordelijkheid en eigen mogelijkheden van jeugdigen en hun ouders, met inzet van hun sociale netwerk (Eigen Kracht),

2. De-medicaliseren, ontzorgen en normaliseren door onder meer het opvoedkundig klimaat te versterken in gezinnen, wijken , scholen en in voorzieningen als kinderopvang en peuterspeelzalen,

3. Eerder de juiste hulp op maat bieden om jeugdigen en gezinnen zo snel mogelijk, zo dichtbij mogelijk en zo effectief mogelijk hulp te bieden met aandacht voor de (kosten)-effectiviteit van de geboden hulp (Lokaal en Dichtbij),

4. Integrale hulp aan gezinnen volgens het uitgangspunt 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur. Hierdoor is er ook een duidelijke verbinding met de financiële situatie van het hele gezin,

5. Meer ruimte voor professionals om de juiste hulp te bieden door vermindering van regeldruk.

De nieuwe Jeugdwet sluit inhoudelijk aan bij de andere decentralisaties, namelijk de WMO en de Participatiewet, net zoals bij de stelselwijziging Passend Onderwijs. Genoemde decentralisaties verschillen weliswaar qua onderwerp, maar vertonen voor gemeenten ook allerlei overeenkomsten. De drie decentralisaties beogen transformatie en efficiëntie. Gemeenten moeten zich richten op samenhang. En dat is belangrijk, omdat de afzonderlijke transities vaak gevolgen hebben voor dezelfde gezinnen of individuen.